Programma's

Implementatie Omgevingswet

Programma overzicht

De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking . Dit programma bereidt de gemeente en haar partners voor op de invoering ervan.

Programma status

Risico profiel

Middel

Totaal beeld

Aandachtspunt

Bestuur & ext. partijen

Volgens verwachting

Planning

Volgens verwachting

Budget

Volgens verwachting

Programma structuur

Bestuurlijk opdrachtgever
Wethouder Van Veller
Programma
Bouwen en Wonen (VHROSV)
Initiatiefnemer / Opdrachtgevers
N.v.t.

Programmakarakteristiek

Programmafase
Realisatie
Einddatum
1 juli 2024
Ruimtelijke procedure
N.v.t.
Risicoprofiel
Midden

Besluitvorming

Laatste raads-/commissiebehandeling
Q4 2022: Besluitvorming nadeelcompensatie en Adviescommissie Omgevingskwaliteit
Volgende raads-/commissiebehandeling
Q1 2023: Besluitvorming Adviescommissie Omgevingskwaliteit
Besluitvorming

Gemeenteraad

Afwijking t.o.v. besluitvorming

Belangrijkste wijzigingen

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft een voortgangsbrief d.d. 26 januari 2023 aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Hierin verzoekt de minister beide Kamers op korte termijn te beslissen om de Omgevingswet op 1 januari 2024 inwerking te laten treden. De Eerste en Tweede Kamer hebben met de invoeringsdatum van 1 januari 2024 ingestemd.

Programma Inhoud

Het doel van de Omgevingswet is om een einde te maken aan de huidige, ingewikkelde en omvangrijke wetten en regels voor plannen in ruimtelijke ordening, milieu en natuur. De tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water met allemaal hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen worden samengevoegd in één Omgevingswet.

Gemeenten krijgen bovendien in de nieuwe wet meer ruimte voor particuliere ideeën. Dit komt doordat er meer algemene regels gelden, in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het doel staat voorop en niet het middel om er te komen. De houding bij de beoordeling van nieuwe plannen wordt ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’. Minder regels maken het makkelijker waardoor procedures sneller kunnen en er meer ruimte komt voor gesprek. Het efficiënter maken van procedures draagt hier verder aan bij en zorgt voor eenduidigheid en inzichtelijkheid.

De Omgevingswet verplicht Rijk, provincie en gemeente om ieder één omgevingsvisie te maken en in plaats van meerdere door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplannen komt er één omgevingsplan. Het doel is dat de inwoner straks slechts één keer een vergunning hoeft aan te vragen, voor alle activiteiten waar de drie bestuurslagen over gaan, tegelijk.

Kerninstrumenten
De Omgevingswet biedt gemeenten vier nieuwe wettelijke kerninstrumenten: omgevingsvisie, programma, omgevingsplan en omgevingsvergunning. Deze werken we in de verschillende pijlers van het programma verder uit en implementeren we in de organisatie. Hiermee ontstaat een nieuw stelsel voor de beleidscyclus van de fysieke leefomgeving van de gemeenten.

Participatie
Participatie is een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Vroegtijdig samenwerken vergroot de kwaliteit van oplossingen en zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit direct op tafel komen. Participatie is maatwerk. Daarom schrijft de wet niet voor hoe participatie moet plaatsvinden. Participatie in de geest van de Omgevingswet wordt toegepast in verschillende vormen bij de pijlers Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Daarnaast heeft het college in Q4 2022 een participatieleidraad voor initiatiefnemers vastgesteld, waarmee in 2023 geoefend zal worden. Bovendien zal er ook afstemming plaatsvinden omtrent de nog vorm te geven Participatieverordening.

Rol van de gemeenteraad
Met de Omgevingswet verschuift een deel van de taken die nu nog bij de gemeenteraad ligt naar college en samenleving. Het is de bedoeling van de wet dat de gemeenteraad de kaders en de grote lijnen bepaalt, zowel over de inhoud als over het proces. Daarbij geeft de wet gemeenten veel meer ruimte om een integrale afweging te maken bij de inrichting van de fysieke ruimte. Ze krijgen meer vrijheid om met hun inwoners, ondernemers en (regionale) partners de leefomgeving passend bij eigen ambities en opgaven in te richten en meer eigen keuzes te maken rond bijvoorbeeld energie, geluid, geur, woningbouw, bedrijvigheid of recreatie. De gemeenteraad bepaalt straks hoeveel ruimte college en inwoners krijgen bij de invulling van het omgevingsplan. Men kan heel strikte kaders stellen zodat er weinig ruimte overblijft of een deel van het plan openhouden en de invulling delegeren naar college en inwoners.

De gemeenteraad is daarom nadrukkelijk betrokken bij de voorbereidingen, het proces en het ophalen van ideeën en meningen van inwoners, ondernemers, belangengroepen en andere stakeholders voor de omgevingsvisie en het omgevingsplan.

Doelstelling en gewenst resultaat

Doelstelling
De ambitie van het Programma Implementatie Omgevingswet is focus houden, sturen op samenhang tussen het programma en de organisatie en verbinding zoeken met onze omgeving, zodat we de organisatie kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen en leren werken met de instrumenten van de Omgevingswet, met vertrouwen, draagvlak en inzicht bij gemeenteraad, college en samenleving en met aandacht voor lopende politieke en organisatieontwikkelingen.

Het programma Implementatie Omgevingswet werkt aan een “warme overdracht” naar “de lijn”. Dat betekent dat er zes pijlers worden ingericht met voor elke pijler een verantwoordelijk opdrachtgever in de lijn.

Pijler Omgevingsvisie
Wat voor een gemeente willen we zijn en hoe gaan we dit realiseren? Dat is de hoofdvraag bij de omgevingsvisie, het centrale beleidsdocument dat richting geeft aan de leefomgeving van Leidschendam-Voorburg.  Een visie die alle ruimtelijke ontwikkelingen in gezamenlijkheid bekijkt en richting bepaalt. Die hierbij ook rekening houdt met beleid over voorzieningen en sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Een visie die keuzes maakt over wat de gemeente wel maar ook wat de gemeente niet wil. Met aandacht voor zowel het stedelijk gebied, het buitengebied als voor de regionale samenhang.

Pijler Omgevingsplan
Deze pijler is als project in april 2018 aan het programma toegevoegd. Op dat moment had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in een periode tussen 1971 en 2017. De meeste plannen zijn inmiddels samengebracht in een nieuw bestemmingsplan Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en een bestemmingsplan Landelijk (vast te stellen in 2023). Uiteindelijk gaan we al deze plannen, regels en verordeningen onderbrengen in één integraal Omgevingsplan. Dit vindt plaats nadat de Omgevingsvisie is vastgesteld. Tot die tijd beschikt de gemeente over een Omgevingsplan van rechtswege.

Pijler Dienstverlening en vergunningverlening
Onder de Omgevingswet wordt een fundamenteel andere rol van de overheid verwacht. Er wordt verwacht dat de overheid met de initiatiefnemer meedenkt en initiatieven mogelijk maakt in plaats van aanvragen te toetsen aan bestaande regels. Sterker nog, als regels in de weg staan van wenselijke initiatieven (ogv de Omgevingsvisie) wordt van de overheid verwacht dat de regels die in weg staan worden aangepast. De gemeente is de voordeur in de één-loket-gedachte.

Pijler Anders werken
De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken: samenhangend, als één overheid, zorgend voor ketensamenwerking, in samenspraak met de samenleving. Integraal werken en regionaal samenwerken zullen in dat verband nog meer nadruk krijgen.

Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH)
In de cirkel van de beleidscyclus van de fysieke leefomgeving vormt VTH een vast onderdeel. Ook VTH moet Omgevingswet-proof worden ingericht. Integraliteit, vooral met ketenpartners in de regio, is daarin van belang.

Daarnaast treedt de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) gelijktijdig met de Omgevingswet in werking. Private kwaliteitsborgers zullen onder dit stelsel de technische bouwplantoetsing en constructietoets voor gevolgklasse 1 (een categorie kleine bouwwerken) verzorgen in plaats van de gemeente. De gemeente blijft echter wel bevoegd gezag. Op de implicaties voor de organisatie bereidt VTH zich voor.

Pijler Stadsbeheer (SB)
Voor SB zijn meerdere aspecten omtrent de openbare ruimte van belang om in de geest van de Omgevingswet te kunnen werken: geo-informatie, beleidsontwikkeling, advisering bij vergunningverlening en participatie. Daarnaast heeft ook het integraal samenwerken in de keten Ruimte de bijzondere aandacht. In 2023 vinden doorontwikkelingen op deze aspecten onder de pijler SB plaats.

Resultaat
Het resultaat van het programma Omgevingswet is een op elkaar ingespeelde organisatie met een nieuwe integrale werkwijze in het fysieke en sociale domein waarbij de integrale afweging van belangen centraal staat. Dit wordt bereikt door:

  • Het opstellen en door de gemeenteraad laten vaststellen van een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan waarbij een maatschappelijke dialoog is gevoerd
  • Het vaststellen van de bestuurlijke afwegingsruimte door de gemeenteraad en het college en het vaststellen van de relevante verordeningen, beleidsregels en mandaten
  • Processen zijn ‘lean’ en vorm volgt functie. Het organisatiemodel volgt de geoptimaliseerde processen, met inachtneming van de volgende ‘functies’
    • Het inrichten van één ‘loket’ voor de samenwerking met interne en externe partners (ODH, provincie, waterschappen, GGD, VRH) voor het integraal en eenduidig behandelen van vergunningaanvragen
    • Alle initiatieven (groot en klein) afgehandeld binnen 1 ‘loket’ volgens het principe één plan, één procedure één besluit
    • Het inrichten van de Vergunningen- Toezicht- en Handhaving (VTH)-procedures zodat een aanvraag omgevingsvergunning geadministreerd en in behandeling kan worden genomen en daarop kan worden beslist
    • Het inrichten van een organisatieonderdeel dat zorgdraagt voor het beheer van de Omgevingsvisie en van het Omgevingsplan
  • De inhoud van Omgevingsvisie, Omgevingsplan en VTH-procedures zijn op elkaar (én op de visies, plannen en procedures van o.m. rijk, regio en provincie) afgestemd
  • Digitaal de basis op orde (zaakgericht werken, digitale ondersteuning ‘1 loket’ en optimale ondersteuning van processen voor inwoners, aanvragers en ambtelijke organisatie)
  • Aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor toepasbare regels en het ontvangen van meldingen en vergunningaanvragen
  • Het voorbereiden, starten en uitvoeren van pilots en experimenten ter voorbereiding op de nieuwe werkwijze
  • Het omgevingsplan kan met regelmaat worden aangepast en de daarin opgenomen regels zijn digitaal toegankelijk op pandniveau

Stand van zaken

Pijler Omgevingsvisie
Als voorbereiding op de Omgevingsvisie is in 2019 het Kompas van de Leefomgeving vastgesteld door de gemeenteraad. Als tussenstap van het Kompas naar de omgevingsvisie zijn in 2021 vier bouwstenen vastgesteld. De bouwstenen Groene woongemeente, Mobiliteit en bereikbaarheid, Economie en bedrijvigheid en Lokale energiestrategie en transitievisie warmte. Deze documenten vormen een belangrijke verdiepingsslag op belangrijke thema’s en zijn ook besproken met de belangrijkste professionele partners.

De vervolgstap is het opstellen van de Omgevingsvisie zelf. Hoe hiertoe te komen staat opgenomen in een procesnotitie. Deze procesnotitie biedt een toelichting op de beleidscyclus, de bevoegdheden van de gemeenteraad, de inhoudelijke elementen van de omgevingsvisie, de aandachtspunten in het proces, de rol van participatie, de financiën en de beoogde planning. De procesnotitie is op 1 november per brief naar de gemeenteraad gestuurd.

Inmiddels is begonnen met de eerste inhoudelijke wijkanalyses. Daarnaast is ook het participatietraject gestart: een fysieke en online sessie hebben plaatsgevonden waarin gesproken is met inwoners, ondernemers, ontwikkelaars, belangenvertegenwoordigers en professionele partners. De komende periode wordt ook met andere doelgroepen geparticipeerd.

Volgens de voorgestelde planning is de omgevingsvisie in 2024 gereed.

Pijler Omgevingsplan
Medio 2018 had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in de periode tussen 1971 en 2017. Inmiddels zijn deze plannen samengevoegd tot een tweetal bestemmingsplannen. Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en Landelijk (vast te stellen in 2023). Deze plannen maken bij de invoering van de nieuwe wet onderdeel uit van het Omgevingsplan van rechtswege (vanaf nu Omgevingsplan 1.0). Daarnaast beschikt de gemeente nog over een aantal aparte, ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen. Ook deze vormen straks het Omgevingsplan 1.0.

Uiteindelijk worden al deze plannen, regels en verordeningen ondergebracht in één integraal Omgevingsplan (Omgevingsplan 2.0). Bij de inwerkingtreding van de wet is er dus sprake van een Omgevingsplan van rechtswege met:

  • De huidige bestemmingsplannen, gedigitaliseerd volgens de geldende standaarden.
  • Eén verordening fysieke leefomgeving, voor zover in de gemeente van kracht, die alle huidige verordeningen voor de fysieke leefomgeving vervangt (inclusief opschoning/ harmonisatie hiervan).
  • Zogenaamde ‘bouwstenen’ om zo de optimale opzet te vinden voor een grondgebied dekkend Omgevingsplan.

Deze (deel)resultaten vormen de opmaat voor de volgende fasen (2023-2026) waarin we willen komen tot één Omgevingsplan 2.0 dat het hele grondgebied van Leidschendam-Voorburg afdekt. We geven invulling aan het Omgevingsplan door het grondgebied op te delen in meerdere gebieden. In deze deelplannen is een doorvertaling van de Omgevingsvisie van groot belang. We verwachten het Omgevingsplan 2.0 in 2026 te kunnen vaststellen, ruim voor de wettelijk verplichte vaststellingsdatum (31-12-2029).

Dit deelproject heeft een tweeledig doel. Ten eerste werken we tot en met de invoering van de Omgevingswet aan een soepele invoering van het Omgevingsplan. Het operationele doel is om voor deze datum zoveel mogelijk bouwstenen gereed te hebben voor een Omgevingsplan en alle huidige bestemmingsplannen gedigitaliseerd zijn volgens standaarden en samengevoegd in totaal twee bestemmingsplannen (het Omgevingsplan 1.0). Hierna werken we toe naar een actueel gebiedsdekkend Omgevingsplan 2.0, waarin een evenwichtige toedeling van functies aan locaties plaats vindt (2024-2026).

Voor het Omgevingsplan 1.0 gaan we werken aan de volgende concrete resultaten:

  1. Verordening Fysieke Leefomgeving.
  2. Bestemmingsplannen harmoniseren.
  3. Casco voor het Omgevingsplan en annoteren.
  4. Herijking bevoegdheidsverdeling college en gemeenteraad.
  5. Participatie Omgevingsplan en omgevingsvergunningen.
  6. Ruimtelijke projecten; overgang van bestemmingsplan naar omgevingsplan.
  7. Beleidscyclus; mogelijke gebiedsgerichte opgaven/nieuw thematisch beleid.
  8. Instructieregels verwerken.
  9. Rijksregels over bouwen en indieningsvereisten die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat bouwen).
  10. Rijksregels over milieu die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat milieu).
  11. Verordening gemeentelijke adviescommissie.

Het resultaat van de 11 deelprojecten is, naast de deelresultaten zelf, zoals besluitvorming, een Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1.0 dat voor de organisatie een naslagwerk/handboek vormt voor het werken onder de Omgevingswet met het Omgevingsplan 1.0. Met de oplevering van de Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1.0 wordt dit project in 2023 afgerond.

Het vervolgproject is het Omgevingsplan 2.0. Het Omgevingsplan 2.0 is een meer concrete uitwerking van de vast te stellen Omgevingsvisie in één gebiedsdekkende, juridisch bindende regel. Daarbij kunnen regels en vergunningsplichten worden opgenomen voor activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Daarbij gebruiken we ter inspiratie de staalkaarten die door de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn aangeboden. Staalkaarten geven inzicht in de nieuwe mogelijkheden die de systematiek van de Omgevingswet biedt. Denk aan mogelijkheden voor het verbeteren, beschermen en benutten van de gemeentelijke leefomgeving.

Pijler Dienstverlening en vergunningverlening

Vergunningsproces
Met de eerdere opbrengsten uit het project Integraal Ruimtelijk Proces Leefomgeving (IRPL) en de ruimtelijke procesatlas, hebben we het proces omgevingsvergunning met alle procesdeelnemende collega’s aan een uitgebreide check onderworpen. Daarbij zijn we aan de hand van processchema’s nagegaan in hoeverre het beoogde proces aansluit op de minimale vereisten van de Omgevingswet, ketenafspraken, termijnen, het Digitale Stelsel (DSO), de inrichting van Centric Leefomgeving (CLO, workflow-software) en onderlinge werkwijzen. Hieruit zijn een aangepast processchema, aanvullende werkafspraken en acties voortgekomen. De laatste aanpassingen worden momenteel doorgevoerd; in Q2 2023 wordt gestart met de borging naar de lijn.

DSO
Het digitaal stelsel Omgevingswet is een landelijke digitale voorziening. Hierin wordt informatie overde fysieke leefomgeving beschikbaar gesteld, elektronisch verkeer gefaciliteerd en de dienstverlening bevorderd. Omdat op landelijk niveau meer tijd nodig was om weeffouten in het DSO te verhelpen, is de inwerkingtreding van de Omgevingswet meerdere malen uitgesteld. Inmiddels zijn de voornaamste problemen met het DSO dusdanig opgelost, dat de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met 1 januari 2024 als invoeringsdatum.

Hoewel het risico op een onvolledig werkend DSO kleiner is geworden, houden we als gemeente nog wel rekening met onvolkomenheden die onze dienstverlening kunnen raken vanaf inwerkingtreding. Met voldoende personele bezetting als 'verhoogde dijkbewaking', anticiperen we hierop.

CLO
In Q1 en Q2 gaan medewerkers oefenen met CLO. Per 1 juni 2023 stapt de organisatie volledig over naar dit systeem. Vanaf dan zullen initiatieven en aanvragen omgevingsvergunning met CLO worden behandeld. Dit voorjaar 2023 volgen de medewerkers oefensessies om kennis te maken met CLO. Later volgen nog sessies over de werkprocessen. Dit zodat de medewerkers voorbereid zijn op het werken onder de Omgevingswet per 1 januari 2024.  

Klantreis
Voor de langere termijn zijn we bezig om de gehele dienstverlening voor initiatiefnemers, van hun eerste idee tot aan de verleende omgevingsvergunning, in samenhang toe te spitsen op de idee van de Omgevingswet. Hiervoor is in 2023 een Klantreis ontwikkeld, waarin duidelijk wordt welke route een initiatiefnemer bewandelt en welke organisatieonderdelen en rollen per fase betrokken zijn. De Klantreis is een narratief over de dienstverlening, zowel voor initiatiefnemers als medewerkers die er onderdeel van uitmaken. Bovendien vormt de Klantreis het uitgangspunt voor de benodigde organisatieveranderingen. Daarom willen we volop oefenen om de Klantreis in de vingers te krijgen; met zowel medewerkers vanuit de organisatie, als burgers vanuit hun rol als initiatiefnemer.

Intaketafel, initiatieventafel, Ruimtetafel
Onder de Klantreis wordt gewerkt aan het inrichten van de Initiatieventafel en Ruimtetafel. Daaraan worden respectievelijk lichte initiatieven en grote complexe initiatieven behandeld. Tegelijkertijd wordt een Intaketafel ingericht, waaraan de wenselijkheid van een initiatief vroegtijdig wordt getoetst, alvorens het naar de Initiatieventafel of Ruimtetafel gaat. Dit interne werkproces wordt momenteel verder vormgegeven.

Kennismanagement en Toepasbare Regels
Om initiatiefnemers bij het vormgeven van hun plan meer en eerder inhoudelijke informatie te kunnen geven, zet het klantcontactcentrum (KCC) in op kennismanagement. Vanuit de eerste- en tweedelijns dienstverlening kunnen initiatiefnemers in hun informatiebehoefte worden voorzien, wat ten goede komt aan de algehele Klantreis.

Daarnaast zijn er, voor de dienstverlening aan de voorkant, ook grote stappen gezet rondom de Toepasbare Regels. Dat zijn overzichtelijke vragenbomen, opgesteld vanuit de huidige regelgeving, die een initiatiefnemer in het digitale stelsel Omgevingswet (DSO) kan doorlopen. Tegelijkertijd is er nog meer verbetering mogelijk, wat onder meer afhangt van de beleidsontwikkeling die plaatsvindt rondom de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

Ketensamenwerking
In de regio Haaglanden is in januari 2023 een 1.0-versie voor de ketenprocessen gepresenteerd, de processen van initiatieven, omgevingsvergunningen en toezicht en handhaving. De afspraken over uitwisselmomenten en termijnen van orde lijken goed aan te sluiten op de werkprocessen van Leidschendam-Voorburg, en andersom. In 2023 zullen de partners in Regio Haaglanden oefenen met de processen.

Wet Kwaliteitsborging (Wkb)
Gelijktijdig met de Omgevingswet zal de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) in werking treden. Private kwaliteitsborgers zullen onder dit stelsel de technische bouwplantoetsing en constructietoets voor gevolgklasse 1 (een categorie kleine bouwwerken) verzorgen in plaats van de gemeente. De gemeente blijft echter wel bevoegd gezag.

In 2022 zijn pilots gedraaid met het bedrijfsleven, werkafspraken gemaakt en processen uitgewerkt. In 2023 zullen de resultaten hiervan worden ingebed in de organisatie.

Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving
Veranderingen daarin zijn afhankelijk van het omgevingsplan  dat nog ontwikkeld moet worden.

De Omgevingswet heeft op uiteenlopende wijzen consequenties voor toezicht en handhaving. Zo is er vaker sprake van algemene regels en zorgplichten. Zorgplichten kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Een overtreding van een gedoogplicht is onder de Omgevingswet strafbaar te stellen. De mogelijkheden voor de bestuurlijke boete zijn uitgebreid. Tenslotte kunnen bevoegdheden worden overgedragen aan een ander bestuursorgaan. Deze veranderingen zullen deels effect hebben vanaf datum van inwerkingtreding als gevolg van de wet, AMVB's en Regeling – en deels in de jaren daarna door nieuwe (typen van) regels in de omgevingsverordening en het omgevingsplan. Dit vraagt integrale aanpassingen van organisatie, processen en systemen, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen. Hiermee zal geoefend worden in het kader van de 1.0-versie ketenafspraken Omgevingswet van de Regio Haaglanden.

De aansluiting van deze pijler bij de implementatie is verder afhankelijk van de richting en de regels in Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Omdat beide nog volop in ontwikkeling zijn, komt de concrete invulling van deze pijler gedurende de beleidsontwikkeling. Op basis daarvan kan het toezicht en handhavingsbeleid beter en anders worden georganiseerd, zodat dit beter past bij de geest van de Omgevingswet.  

Daarnaast is zijn de gevolgen van de Wkb voor de afdeling VTH belangrijk en vertonen een samenhang met de Omgevingswet. Onzeker is nog of de kwaliteitsborgers in de prakijk laten zien daadwerkelijk de kwaliteit van bouwconstructies voldoende te kunnen borgen.  Mogelijk vraagt deze onzekerheid (tijdelijk) meer inzet van personeel van de gemeente dan op papier de bedoeling van de wet is.

Pijler Stadsbeheer
Een aantal taken van Stadsbeheer draagt bij aan het werken conform de idee van de Omgevingswet. Te denken valt aan een heldere strategie voor het beheer van de gemeentelijke assets, het op orde hebben van alle data over deze assets en een integrale benadering voor duurzame instandhouding en herontwikkeling/vernieuwing. De afdeling anticipeert hierop door de medewerkers op te leiden in deze nieuwe manieren van denken en werken.

Daarnaast draagt Stadsbeheer bij aan de doorontwikkelingen op andere pijlers, zoals input geven over de openbare ruimte bij in de beleidsontwikkeling (Omgevingsvisie en Omgevingsplan), adviseren over initiatieven (vergunningverlening en dienstverlening) en invulling geven aan participatie (Anders Werken).

Pijler Anders werken
De lopende ontwikkelingen omtrent Anders werken in de organisatie dragen bij aan het het benodigde gedrag voor de Omgevingswet. Het is belangrijk om de verbinding tussen de organisatieontwikkeling en de omgevingswet vaker en explicieter te leggen. De gemeente heeft medewerkers veel aangeboden op het gebied van leren en ontwikkelen ter voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet. Een uitdaging voor het vervolgproces is om het eigenaarschap voor anders werken meer bij de medewerkers en de organisatie zelf te leggen.

Om de stap te zetten van overdracht naar implementatie is het van belang te kijken naar de huidige organisatiestructuur, daar zullen de nieuwe processen in moeten passen. Doordat de omgevingswet daadwerkelijk andere taken van de overheid verwacht, zal dat gevolgen hebben voor de manier waarop we gewend zijn te werken, de taken en verantwoordelijkheden die we hebben, maar ook de kwaliteiten die we van medewerkers verwachten. Daarnaast moeten we mee in de tijd en valt of staat de nieuwe manier van werken met een goede moderne en veilige digitale ondersteuning.

De onderwerpen die we in deze pijler concreet gaan vormgeven zijn de volgende:

  • Project Kostendekkend werken onder de Omgevingswet (zoals leges, nadeelcompensatieregeling, werkwijze structurele effecten omgevingswet, mandaatregelingen en kostenverhaal bijvoorbeeld).
  • Taken en verantwoordelijkheden/functies en rollen.
  • Participatie voor initiatiefnemers (zie onder communicatie en participatie).
  • Processen en werkwijze.
  • Cultuur en kennis.

Financiën

Omschrijving

Beschikbaar
(€)

Uitgaven
(€)

Verplichtingen
(€)

Saldo
(€)

Programma Implementatie Omgevingswet

1.388.070

52.847

219.167

1.116.056

Totaal

1.388.070

52.847

219.167

1.116.056

Planning

Zie stand van zaken.

Communicatie

Communicatie
De Omgevingswet betekent veel meer dan het gewoon invoeren van een nieuwe wet. De Omgevingswet is een veranderopgave, zowel intern als extern.

Intern betekent het een grote verandering in cultuur, werkhouding, (samen)werken en processen. Extern zoeken we betrokkenheid en moet het bewustzijn ontstaan dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar leefomgeving en de gezamenlijke inrichting ervan. Effectieve en efficiënte communicatie is van groot belang voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet.

Op basis van de bestuurlijke keuzes, het programmaplan en de plannen binnen de pijlers vindt er communicatie plaats. De communicatie richt zich op de interne organisatie en op externe communicatie voor de participatietrajecten in het kader van het opstellen van de omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

Communicatie zetten we campagnematig in om onze interne en externe doelgroepen te informeren en bewust te maken van het vraagstuk dat er ligt en te enthousiasmeren om mee te doen en mee te denken. Ook richt communicatie zich op leren en ontwikkelen van medewerkers en het verankeren van anders werken. Hierbij betrekken we zoveel mogelijk eigen medewerkers en gemeenteraads- en collegeleden voor de interne bewustwording voor de komende verandering. We willen de bewustwording op gang brengen over wat de invoering van de Omgevingswet gaat betekenen voor de manier van (samen)werken –intern en extern- en welke impact te verwachten is op het gebied van processen en producten.

Voor dat meedoen en meedenken en het ophalen van inbreng organiseren we diverse vormen van participatie. Denk hierbij aan straatinterviews, online enquêtes (burgerbevragingsapp), discussieplatform, gesprekken bij verenigingen, scholen, etc.

Participatie voor initiatiefnemers onder de Omgevingswet
In de Omgevingswet is opgenomen dat participatie moet, maar niet hoe. Vanwege het belang van maatwerk is het participatieproces alleen in algemene bewoordingen in de wet opgenomen. Participatie is een belangrijk uitgangspunt in de Omgevingswet. Voor overheden is participatie verplicht. Voor initiatiefnemers geldt geen wettelijke verplichting, maar wordt participatie wel zoveel mogelijk bevorderd. Bij nieuwe initiatieven is het uitgangspunt dat participatie zo snel mogelijk wordt opgestart, zodat belanghebbenden kunnen meedenken en meebeslissen.
Gemeenten krijgen een faciliterende rol bij participatie en kunnen richtlijnen opstellen voor participatieprocessen binnen de gemeente. In samenwerking met een extern bureau zijn bijeenkomsten georganiseerd met maatschappelijke partijen, de ambtelijke organisatie en zijn interviews gehouden met een aantal collegeleden en de burgemeester om te komen tot een participatieleidraad voor initiatiefnemers. Deze leidraad is in Q4 2022 vastgesteld. In 2023 wordt een pilot gedraaid waarin initiatiefnemers de leidraad kunnen gebruiken en medewerkers kunnen oefenen met het afwegen van participatieopbrengsten bij een initiatief.

Risicomanagement

In Q1 2023 wordt een uitgebreide update van de risico analyse afgerond. De resultaten hiervan zullen in de P&C-producten van 2023 worden meegenomen.

Deze pagina is gebouwd op 05/10/2023 13:43:31 met de export van 05/10/2023 13:22:15