Programma's

Implementatie Omgevingswet

Programma overzicht

De Omgevingswet wordt naar verwachting op 1 januari 2023 ingevoerd. Dit programma bereidt de gemeente en haar partners voor op de invoering ervan.

Programma status
Risico profiel

Middel

Totaal beeld

Aandachtspunt

Bestuur & ext. partijen

Volgens verwachting

Planning

Volgens verwachting

Budget

Volgens verwachting

Programma structuur
Bestuurlijk opdrachtgeverWethouder Van Veller
Ambtelijk opdrachtgeverHermen Borst
Programma managerRoelf Brinkman
ProgrammaBouwen en Wonen (VHROSV)
Initiatiefnemer / OpdrachtgeversN.v.t.
Programmakarakteristiek
ProgrammafaseRealisatie
EinddatumInvoeringsdatum Omgevingswet
Ruimtelijke procedureN.v.t.
RisicoprofielMidden
Besluitvorming
Laatste raads-/commissiebehandeling
Q3 en Q4 2021: Bouwstenen Omgevingsvisie
Volgende raads-/commissiebehandeling
Q4 2022: Besluitvorming adviesrecht, participatieverplichting en delegatie omgevingsplan
Besluitvorming

Gemeenteraad

Afwijking t.o.v. besluitvorming
Belangrijkste wijzigingen

De plenaire behandeling in de Eerste Kamer vindt plaats op 1 november 2022. Op 28 juni 2022 vond een plenair debat plaats over de vraag of de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2023 verantwoord is of niet. De Eerste Kamer heeft de wens dat de ICT-problemen bij het digitale loket voor omgevingsvergunningen eerst moeten zijn opgelost voordat de wet op 1 januari kan ingaan. In oktober wordt onder meer een nieuw advies verwacht van het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT). Hierna wil een meerderheid van de Kamer definitief besluiten over de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Programma inhoud

Het doel van de Omgevingswet is om een einde te maken aan de huidige, ingewikkelde en omvangrijke wetten en regels voor plannen in ruimtelijke ordening, milieu en natuur. De tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water met allemaal hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen worden samengevoegd in 1 Omgevingswet.

Gemeenten krijgen bovendien in de nieuwe wet meer ruimte voor particuliere ideeën. Dit komt doordat er meer algemene regels gelden, in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het doel staat voorop en niet het middel om er te komen. De houding bij de beoordeling van nieuwe plannen wordt ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’. Minder regels maken het makkelijker waardoor procedures sneller kunnen en er meer ruimte komt voor gesprek. Het efficiënter maken van procedures draagt hier verder aan bij en zorgt voor eenduidigheid en inzichtelijkheid.

De Omgevingswet verplicht Rijk, provincie en gemeente om ieder 1 omgevingsvisie te maken en in plaats van meerdere door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplannen komt er 1 omgevingsplan, zodat de inwoner straks slechts één keer een vergunning hoeft aan te vragen.

Kerninstrumenten
De Omgevingswet biedt gemeenten vier nieuwe wettelijke kerninstrumenten: omgevingsvisie, programma, omgevingsplan en omgevingsvergunning. Deze werken we in de verschillende onderdelen van het programma verder uit.

Participatie
Participatie is een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Vroegtijdig samenwerken vergroot de kwaliteit van oplossingen en zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit direct op tafel komen. Participatie is maatwerk. Daarom schrijft de wet niet voor hoe participatie moet plaatsvinden. Participatie in de geest van de Omgevingswet wordt toegepast in verschillende vormen bij de pilots en de pijlers Omgevingsvisie en Omgevingsplan. In verband met de coronamaatregelen wordt e-participatie toegevoegd aan onze aanpak. Daarnaast werken we aan een participatieleidraad voor initiatiefnemers (zie ook onder Communicatie).

Rol van de gemeenteraad
Met de Omgevingswet verschuift een deel van de taken die nu nog bij de gemeenteraad ligt naar college en samenleving. Het is de bedoeling van de wet dat de gemeenteraad de kaders en de grote lijnen bepaalt, zowel over de inhoud als over het proces. Daarbij geeft de wet gemeenten veel meer ruimte om een integrale afweging te maken bij de inrichting van de fysieke ruimte. Ze krijgen meer vrijheid om met hun inwoners, ondernemers en (regionale) partners de leefomgeving passend bij eigen ambities en opgaven in te richten en meer eigen keuzes te maken rond bijvoorbeeld energie, geluid, geur, woningbouw, bedrijvigheid of recreatie. De gemeenteraad bepaalt straks hoeveel ruimte college en inwoners krijgen bij de invulling van het omgevingsplan. Men kan heel strikte kaders stellen zodat er weinig ruimte overblijft of een deel van het plan openhouden en de invulling delegeren naar college en inwoners.

De gemeenteraad is daarom nadrukkelijk betrokken bij de voorbereidingen, het proces en het ophalen van ideeën en meningen van inwoners, ondernemers, belangengroepen en andere stakeholders voor de omgevingsvisie en – in een later stadium – het omgevingsplan.

Doelstelling en gewenst resultaat

Doelstelling
De ambitie van het Programma Implementatie Omgevingswet is focus houden, sturen op samenhang tussen het programma en de organisatie en verbinding zoeken met onze omgeving, zodat we de organisatie kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen en leren werken met de instrumenten van de Omgevingswet, met vertrouwen, draagvlak en inzicht bij gemeenteraad, college en samenleving en met aandacht voor lopende politieke- en organisatieontwikkelingen.

Het programma Implementatie Omgevingswet werkt aan een “warme overdracht” naar “de lijn”. Dat betekent dat er zes pijlers worden ingericht met voor elke pijler een verantwoordelijk opdrachtgever in de lijn.

Pijler Omgevingsvisie
Wat voor een gemeente willen we zijn en hoe gaan we dit realiseren? Dat is de hoofdvraag bij de omgevingsvisie, het centrale beleidsdocument dat richting geeft aan de leefomgeving van Leidschendam-Voorburg.  Een visie die alle ruimtelijke ontwikkelingen in gezamenlijkheid bekijkt en richting bepaalt. Die hierbij ook rekening houdt met beleid over voorzieningen en sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Een visie die keuzes maakt over wat de gemeente wel maar ook wat de gemeente niet wil. Met aandacht voor zowel het stedelijk gebied, het buitengebied als voor de regionale samenhang.

Pijler Omgevingsplan
Deze pijler is als project in april 2018 aan het programma toegevoegd. Op dat moment had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in een periode tussen 1971 en 2017. De meeste plannen zijn inmiddels samengebracht in een nieuw bestemmingsplan Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en een bestemmingsplan Landelijk (ter visielegging ontwerp gepland eind 2022). Uiteindelijk gaan we al deze plannen, regels en verordeningen onderbrengen in één integraal Omgevingsplan. Dit vindt plaats nadat de Omgevingsvisie is vastgesteld. Tot die tijd beschikt de gemeente over een Omgevingsplan van rechtswege.

Pijler Dienstverlening en vergunningverlening
Onder de Omgevingswet wordt een fundamenteel andere rol van de overheid verwacht. Er wordt verwacht dat de overheid met de initiatiefnemer meedenkt en initiatieven mogelijk maakt in plaats van aanvragen te toetsen aan bestaande regels. Sterker nog, als regels in de weg staan van wenselijke initiatieven (ogv de Omgevingsvisie) wordt van de overheid verwacht dat de regels die in weg staan worden aangepast. De gemeente is de voordeur in de één-loket-gedachte.

Pijler Anders werken
De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken: samenhangend, als één overheid, zorgend voor ketensamenwerking, in samenspraak met de samenleving. Integraal werken en regionaal samenwerken zullen in dat verband nog meer nadruk krijgen.

Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH)
In de cirkel van de beleidscyclus en in de procesatlas vormt VTH een vast onderdeel, deze moet een goede plek krijgen in dit programma. Ook VTH moet Omgevingswet-proof worden ingericht.

Pijler Stadsbeheer (SB)
Eén van de aspecten die voor SB van belang zijn en rechtstreeks gevolg heeft voor haar werk is alle beschikbare beheerdata. Voor de omgevingswet is het in eerste instantie van belang om al deze data op orde is gebracht, actueel is en beoordeeld is op haar waarde. Daarnaast zijn participatie, het DSO, integraal samenwerken in de keten Ruimte belangrijke aspecten voor de pijler Stadsbeheer.(ketenbenadering). Net als de beleidsvertaling van ambitie & beleid naar opgaven en maatregelen, planning en meerjaren programmering voor de uitvoering.

Resultaat
Het resultaat van het programma Omgevingswet is een op elkaar ingespeelde organisatie met een nieuwe integrale werkwijze in het fysieke en sociale domein waarbij de integrale afweging van belangen centraal staat. Dit wordt bereikt door:

  • Het opstellen en door de gemeenteraad laten vaststellen van een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan waarbij een maatschappelijke dialoog is gevoerd
  • Het vaststellen van de bestuurlijke afwegingsruimte door de gemeenteraad en het college en het vaststellen van de relevante verordeningen, beleidsregels en mandaten
  • Processen zijn ‘lean’ en vorm volgt functie. Het organisatiemodel volgt de geoptimaliseerde processen, met inachtneming van de volgende ‘functies’
    • Het inrichten van één ‘loket’ voor de samenwerking met interne en externe partners (ODH, provincie, waterschappen, GGD, VRH) voor het integraal en eenduidig behandelen van vergunningaanvragen
    • Alle initiatieven (groot en klein) afgehandeld binnen 1 ‘loket’ volgens het principe één plan, één procedure één besluit
    • Het inrichten van de Vergunningen- Toezicht- en Handhaving (VTH)-procedures zodat een aanvraag omgevingsvergunning geadministreerd en in behandeling kan worden genomen en daarop kan worden beslist
    • Het inrichten van een organisatieonderdeel dat zorgdraagt voor het beheer van de Omgevingsvisie en van het Omgevingsplan
  • De inhoud van Omgevingsvisie, Omgevingsplan en VTH-procedures zijn op elkaar (én op de visies, plannen en procedures van o.m. rijk, regio en provincie) afgestemd
  • Digitaal de basis op orde (zaakgericht werken, digitale ondersteuning ‘1 loket’ en optimale ondersteuning van processen voor inwoners, aanvragers en ambtelijke organisatie)
  • Aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor toepasbare regels en het ontvangen van meldingen en vergunningaanvragen
  • Het voorbereiden, starten en uitvoeren van pilots en experimenten ter voorbereiding op de nieuwe werkwijze
  • Het omgevingsplan kan met regelmaat worden aangepast en de daarin opgenomen regels zijn digitaal toegankelijk op pandniveau

Stand van zaken

Pijler Omgevingsvisie
Als voorbereiding op de Omgevingsvisie is in 2019 het Kompas van de Leefomgeving vastgesteld door de gemeenteraad. Als tussenstap van het Kompas naar de omgevingsvisie zijn het afgelopen jaar 4 bouwstenen vastgesteld. De bouwstenen Groene woongemeente, Mobiliteit en bereikbaarheid, Economie en bedrijvigheid en Lokale energiestrategie en transitievisie warmte. Deze documenten vormen een belangrijke verdiepingsslag op belangrijke thema’s en zijn ook besproken met de belangrijkste professionele partners.

De vervolgstap is het opstellen van de Omgevingsvisie zelf. Hoe hiertoe te komen staat opgenomen in een procesnotitie. Deze procesnotitie biedt een toelichting op de beleidscyclus, de bevoegdheden van de raad, de inhoudelijke elementen van de omgevingsvisie, de aandachtspunten in het proces, de rol van participatie, de financiën en de beoogde planning.
De procesnotitie wordt in september 2022 voorgelegd aan stakeholders en hierna ter besluitvorming voorgelegd aan het college en de raad. Volgens de voorgestelde planning is de omgevingsvisie in 2024 gereed. Bij de totstandkoming van de omgevingsvisie worden inwoners, ondernemers, bedrijven en organisaties betrokken om actief mee te denken.

Pijler Omgevingsplan
Medio 2018 had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in de periode tussen 1971 en 2017. Inmiddels zijn deze plannen samengevoegd tot een tweetal bestemmingsplannen. Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en Landelijk (als ontwerp ter visie in 2022 en vaststelling in 2023). Deze plannen maken bij de invoering van de nieuwe wet onderdeel uit van het Omgevingsplan van rechtswege (vanaf nu Omgevingsplan 1.0). Daarnaast beschikt de gemeente nog over een aantal aparte, ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen. Ook deze vormen straks het Omgevingsplan 1.0.
Uiteindelijk worden al deze plannen, regels en verordeningen ondergebracht in één integraal Omgevingsplan (Omgevingsplan 2.0). Bij de inwerkingtreding van de wet is er dus sprake van een Omgevingsplan van rechtswege met:

  • De huidige bestemmingsplannen, gedigitaliseerd volgens de geldende standaarden.
  • Eén verordening fysieke leefomgeving, voor zover in de gemeente van kracht, die alle huidige verordeningen voor de fysieke leefomgeving vervangt (inclusief opschoning/ harmonisatie hiervan).
  • Zogenaamde ‘bouwstenen’ om zo de optimale opzet te vinden voor een grondgebied dekkend Omgevingsplan.

Deze (deel)resultaten vormen de opmaat voor de volgende fasen (2023-2026) waarin we willen komen tot één Omgevingsplan 2.0 dat het hele grondgebied van Leidschendam-Voorburg afdekt. We geven invulling aan het Omgevingsplan door het grondgebied in drie delen te verdelen. In deze deelplannen is een doorvertaling van de Omgevingsvisie van groot belang. We verwachten het Omgevingsplan 2.0 in 2026 te kunnen vaststellen, ruim voor de wettelijk verplichte vaststellingsdatum (31-12-2029).

Dit deelproject heeft een tweeledig doel. Ten eerste werken we tot en met de invoering van de Omgevingswet aan een soepele invoering van het Omgevingsplan. Het operationele doel is om voor deze datum zoveel mogelijk bouwstenen gereed te hebben voor een Omgevingsplan en alle huidige bestemmingsplannen gedigitaliseerd zijn volgens standaarden en samengevoegd in totaal twee bestemmingsplannen (het Omgevingsplan 1.0). Hierna werken we toe naar een actueel gebiedsdekkend Omgevingsplan 2.0, waarin een evenwichtige toedeling van functies aan locaties plaats vindt (2024-2026).

Voor het Omgevingsplan 1.0 gaan we werken aan de volgende concrete resultaten:

1.   Verordening Fysieke Leefomgeving
2.   Bestemmingsplannen harmoniseren
3.   Casco voor het Omgevingsplan en annoteren
4.   Herijking bevoegdheidsverdeling college en raad
5.   Participatie Omgevingsplan en omgevingsvergunningen
6.   Ruimtelijke projecten; overgang van bestemmingsplan naar omgevingsplan
7.   Beleidscyclus; mogelijke gebiedsgerichte opgaven/nieuw thematisch beleid
8.   Instructieregels verwerken
9.   Rijksregels over bouwen en indieningsvereisten die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat bouwen)
10.   Rijksregels over milieu die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat milieu)
11.   Verordening gemeentelijke adviescommissie

Het resultaat van de 11 deelprojecten is, naast de deelresultaten zelf, zoals besluitvorming, een Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1,0 dat voor de organisatie een naslagwerk/handboek vormt voor het werken onder de Omgevingswet met het Omgevingsplan 1.0. Met de oplevering van de Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1.0 wordt dit project medio januari 2023 afgerond.

Het vervolgproject is het Omgevingsplan 2.0. Het Omgevingsplan 2.0 is een meer concrete uitwerking van de vast te stellen Omgevingsvisie in één gebiedsdekkende, juridisch bindende regel. Daarbij kunnen regels en vergunningsplichten worden opgenomen voor activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Daarbij gebruiken we ter inspiratie de staalkaarten die door de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn aangeboden. Staalkaarten geven inzicht in de nieuwe mogelijkheden die de systematiek van de Omgevingswet biedt. Denk aan mogelijkheden voor het verbeteren, beschermen en benutten van de gemeentelijke leefomgeving.

Pijler Dienstverlening en vergunningverlening
Met de eerdere opbrengsten uit het project Integraal Ruimtelijk Proces Leefomgeving (IRPL) en de ruimtelijke procesatlas, hebben we het proces omgevingsvergunning met alle procesdeelnemende collega’s aan een uitgebreide check onderworpen. Daarbij zijn we aan de hand van processchema’s nagegaan in hoeverre het beoogde proces aansluit op de minimale vereisten van de Omgevingswet, ketenafspraken, termijnen, de inrichting van Centric Leefomgeving en onderlinge werkwijzen. Hieruit zijn een aangepast processchema, aanvullende werkafspraken en acties voortgekomen, waaraan een vervolg worden gegeven voor de verdere borging in de lijn. Ook zal er in het najaar uitgebreider met medewerkers geoefend worden met de werkprocessen, zodat zij voorbereid zijn op werken onder de Omgevingswet.

In het voorjaar heeft een projectgroep geoefend met de Initiatieventafel. Naast de eerste ervaringen met deze werkwijze, kwam uit de oefeningen naar voren dat er een eerste schifting van wenselijke initiatieven moet plaatsvinden, alvorens deze te behandelen aan de Initiatieventafel. Intussen heeft MRO werkvoorraadbeheersing de behoefte om een Ruimtetafel in te richten, waarop grote, complexe initiatieven inhoudelijk worden behandeld; ook hiervoor is eerst een schifting nodig. Dit heeft erin geresulteerd in het voornemen om het Toewijzingsteam, dat nu nog een kleinere rol speelt, de toets op wenselijkheid uit te laten voeren en een inschatting te laten maken over welke interne adviseurs ingezet kunnen worden op respectievelijk de Initiatieventafel en Ruimtetafel. Dit interne werkproces wordt momenteel verder vormgegeven. Voor de Initiatieventafel betekent dit dat er een herinrichting van de werkwijze nodig is; hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld.

In de regio Haaglanden wordt druk gewerkt aan het bijschaven van de ketenprocessen, zowel voor het omgevingsvergunningsproces als het initiatievenproces. De conceptafspraken over uitwisselmomenten en termijnen van orde lijken goed aan te sluiten op de werkprocessen van Leidschendam-Voorburg, en andersom. De bedoeling is om in de regio met ketenpartners hiermee te gaan oefenen.

Voor de langere termijn zijn we bezig om de gehele dienstverlening voor initiatiefnemers, van hun eerste idee tot aan de verleende omgevingsvergunning, in samenhang toe te spitsen op de idee van de Omgevingswet. Hiervoor beschrijven en visualiseren we momenteel een Klantreis, waarin duidelijk wordt welke route een initiatiefnemer bewandelt en welke organisatieonderdelen en rollen per fase betrokken zijn. De Klantreis moet een breed gedragen, herkenbaar narratief over de dienstverlening worden, zowel voor initiatiefnemers als medewerkers die er onderdeel van uitmaken. Bovendien vormt de Klantreis het uitgangspunt voor de benodigde organisatieveranderingen. Daarom willen we volop oefenen om de Klantreis in de vingers te krijgen; met zowel medewerkers vanuit de organisatie, als burgers vanuit hun rol als initiatiefnemer.

Projecten die onder deze paraplu vallen, zijn onder meer de inrichting van een tweedelijnsdienstverlening, kennismanagement, toepasbare regels en het initiatievenproces. Daarnaast wordt nadrukkelijk verbinding gezocht met de ontwikkelingen rondom participatie en gebiedsgericht en mensgericht werken.

Pijler Anders werken
We zijn als gemeente in ontwikkeling. Er zijn organisatieprincipes voor de gemeente uitgewerkt en het concept Hostmanship is geïntroduceerd. Ook is er een directieplan ontwikkeld waarin het anders werken volgens de Omgevingswet een plek moet krijgen. De lopende ontwikkelingen in de organisatie ondersteunen ook de ontwikkeling van het benodigde gedrag voor de omgevingswet. Het is belangrijk om de verbinding tussen de organisatieontwikkeling en de omgevingswet vaker en explicieter te leggen. De gemeente heeft medewerkers veel aangeboden op het gebied van leren en ontwikkelen ter voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet. Een uitdaging voor het vervolgproces is om het eigenaarschap voor anders werken meer bij de medewerkers en de organisatie zelf te leggen.

Om de stap te zetten van overdracht naar implementatie is het van belang te kijken naar de huidige organisatiestructuur, daar zullen de nieuwe processen in moeten passen. Doordat de omgevingswet daadwerkelijk andere taken van de overheid verwacht, zal dat gevolgen hebben voor de manier waarop we gewend zijn te werken, de taken en verantwoordelijkheden die we hebben, maar ook de kwaliteiten die we van medewerkers verwachten. Daarnaast moeten we mee in de tijd en valt of staat de nieuwe manier van werken met een goede moderne en veilige digitale ondersteuning.

De onderwerpen die we in deze pijler concreet gaan vormgeven zijn de volgende:

  • Project Kostendekkend werken onder de Omgevingswet (zoals leges, nadeelcompensatieregeling, werkwijze structurele effecten omgevingswet, mandaatregelingen en kostenverhaal bijvoorbeeld)
  • Taken en verantwoordelijkheden/functies en rollen
  • Participatie voor initiatiefnemers (zie onder communicatie en participatie)
  • Processen en werkwijze
  • Cultuur en kennis

Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving
Veranderingen daarin zijn afhankelijk van het omgevingsplan  dat nog ontwikkeld moet worden.

De Omgevingswet heeft op uiteenlopende wijzen consequenties voor toezicht en handhaving. Zo is er vaker sprake van algemene regels en zorgplichten. Zorgplichten kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Een overtreding van een gedoogplicht is onder de Omgevingswet strafbaar te stellen. De mogelijkheden voor de bestuurlijke boete zijn uitgebreid. Tenslotte kunnen bevoegdheden worden overgedragen aan een ander bestuursorgaan. Deze veranderingen zullen deels effect hebben vanaf datum van inwerkingtreding als gevolg van de wet, AMVB's en Regeling – en deels in de jaren daarna door nieuwe (typen van) regels in de omgevingsverordening en het omgevingsplan. Dit vraagt aanpassingen van organisatie, processen en systemen, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen.

De aansluiting van deze pijler bij de implementatie is afhankelijk van de richting en de regels in Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Omdat beide nog volop in ontwikkeling zijn, komt de concrete invulling van deze pijler op een later moment. Op basis daarvan kan de implementatie gebruikt worden om het toezicht en handhavingsbeleid beter en anders te organiseren, zodat dit beter past bij de geest van de Omgevingswet.  

Daarnaast is zijn de gevolgen van de Wkb voor de afdeling VTH erg ingrijpend en vertonen een samenhang met de Omgevingswet.

Pijler Stadsbeheer
De Omgevingswet verlangt een aantal zaken die de afdeling Stadsbeheer raken. Te denken valt aan een heldere strategie voor het beheer van de gemeentelijke assets, het op orde hebben van alle data over deze assets en een integrale benadering voor duurzame instandhouding en herontwikkeling/vernieuwing. De afdeling anticipeert hierop door de medewerkers op te leiden in deze nieuwe manieren van denken en werken. Ook zijn er tal van instrumenten in ontwikkeling om een integrale en of gebiedsgerichte aanpak mogelijk te maken. Denk maar aan het projectenboek, meerjarig programmeren, assetbeheer op orde brengen op basis van “open, actuele en ontsluitbare data”. Voor dit laatste is recent het beheersysteem voor alle assets naar de hoogst beschikbare versie bijgewerkt. Ook wordt werk gemaakt van beheerplannen nieuwe stijl, rekening houdend met een integrale meerjaren programmering.

Financiën

Omschrijving

Beschikbaar
(€)

Uitgaven
(€)

Verplichtingen
(€)

Saldo
(€)

Programma Implementatie Omgevingswet

494.685

229.934

264.751

0

Totaal

494.685

229.934

264.751

0

Planning

Zie stand van zaken.

Communicatie

Regionale samenwerking
In de regio Haaglanden werken provincie, gemeentes, waterschappen, veiligheidsregio, omgevingsdienst Haaglanden samen aan thema's als Waterhuishouding (met Dunea), Gezondheid (met de GGD), Energietransitie en Veiligheid. Daarnaast werken we samen op het gebied van participatie, digitalisering, financiën en communicatie. Bij het optimaliseren (door middel van "lean") van het vergunningenproces werken we samen met de omgevingsdienst Haaglanden en de veiligheidsregio en geven we elkaar een 'kijkje in de keuken'. Om uiteindelijk gezamenlijk dat ene loket gestalte te kunnen geven.

Communicatie
De nieuwe Omgevingswet betekent veel meer dan het gewoon invoeren van een nieuwe wet. De Omgevingswet is een veranderopgave, zowel intern als extern.

Intern betekent het een grote verandering in cultuur, werkhouding, (samen)werken en processen. Extern zoeken we betrokkenheid en moet het bewustzijn ontstaan dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar leefomgeving en de gezamenlijke inrichting ervan. Effectieve en efficiënte communicatie is van groot belang voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet.

Op basis van de bestuurlijke keuzes, het programmaplan en de plannen binnen de pijlers is er een overkoepelende communicatiestrategie en mijlpalenplanning opgesteld. De communicatie richt zich op de interne organisatie en op externe communicatie voor de participatietrajecten in het kader van het opstellen van de omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

Communicatie zetten we campagnematig in om onze interne en externe doelgroepen te informeren en bewust te maken van het vraagstuk dat er ligt en te enthousiasmeren om mee te doen en mee te denken. Ook richt communicatie zich op leren en ontwikkelen van medewerkers en het verankeren van anders werken. Hierbij betrekken we zoveel mogelijk eigen medewerkers en gemeenteraads- en collegeleden om participatie te gebruiken als vehikel voor de interne bewustwording voor de komende verandering. We willen de bewustwording op gang brengen over wat de invoering van de Omgevingswet gaat betekenen voor de manier van (samen)werken –intern en extern- en welke impact te verwachten is op het gebied van processen en producten.

Voor dat meedoen en meedenken en het ophalen van inbreng organiseren we diverse vormen van participatie. Denk hierbij aan straatinterviews, online enquêtes (burgerbevragingsapp), discussieplatform, gesprekken bij verenigingen, scholen, etc.

Participatie voor initiatiefnemers onder de Omgevingswet
In de Omgevingswet is opgenomen dat participatie moet, maar niet hoe. Vanwege het belang van maatwerk is het participatieproces alleen in algemene bewoordingen in de wet opgenomen. Participatie is een belangrijk uitgangspunt in de Omgevingswet. Voor overheden is participatie verplicht. Voor initiatiefnemers geldt geen wettelijke verplichting, maar wordt participatie wel zoveel mogelijk bevorderd. Bij nieuwe initiatieven is het uitgangspunt dat participatie zo snel mogelijk wordt opgestart, zodat belanghebbenden kunnen meedenken en meebeslissen.
Gemeenten krijgen een faciliterende rol bij participatie en kunnen richtlijnen opstellen voor participatieprocessen binnen de gemeente. In samenwerking met een extern bureau zijn bijeenkomsten georganiseerd met maatschappelijke partijen, de ambtelijke organisatie en zijn interviews gehouden met een aantal collegeleden en de burgemeester om te komen tot een participatieleidraad voor initiatiefnemers. Deze leidraad is in een afrondende fase.

Risicomanagement

In het vierde kwartaal van 2022 zal een uitgebreide update van de risico analyse plaatsvinden. De resultateten hiervan zullen in de P&C-product van 2023 worden meegenomen.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2022 15:21:48 met de export van 11/10/2022 14:32:36