Pijler Omgevingsvisie Als voorbereiding op de Omgevingsvisie is in 2019 het Kompas van de Leefomgeving vastgesteld door de gemeenteraad. Als tussenstap van het Kompas naar de omgevingsvisie zijn in 2021 vier bouwstenen vastgesteld. De bouwstenen Groene woongemeente, Mobiliteit en bereikbaarheid, Economie en bedrijvigheid en Lokale energiestrategie en transitievisie warmte. Deze documenten vormen een belangrijke verdiepingsslag op belangrijke thema’s en zijn ook besproken met de belangrijkste professionele partners. De vervolgstap is het opstellen van de Omgevingsvisie zelf. Hoe hiertoe te komen staat opgenomen in een procesnotitie. Deze procesnotitie biedt een toelichting op de beleidscyclus, de bevoegdheden van de gemeenteraad, de inhoudelijke elementen van de omgevingsvisie, de aandachtspunten in het proces, de rol van participatie, de financiën en de beoogde planning. De procesnotitie is op 1 november per brief naar de gemeenteraad gestuurd. Inmiddels is begonnen met de eerste inhoudelijke wijkanalyses. Daarnaast is ook het participatietraject gestart: een fysieke en online sessie hebben plaatsgevonden waarin gesproken is met inwoners, ondernemers, ontwikkelaars, belangenvertegenwoordigers en professionele partners. De komende periode wordt ook met andere doelgroepen geparticipeerd. Volgens de voorgestelde planning is de omgevingsvisie in 2024 gereed. Pijler Omgevingsplan Medio 2018 had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in de periode tussen 1971 en 2017. Inmiddels zijn deze plannen samengevoegd tot een tweetal bestemmingsplannen. Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en Landelijk (vast te stellen in 2023). Deze plannen maken bij de invoering van de nieuwe wet onderdeel uit van het Omgevingsplan van rechtswege (vanaf nu Omgevingsplan 1.0). Daarnaast beschikt de gemeente nog over een aantal aparte, ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen. Ook deze vormen straks het Omgevingsplan 1.0. Uiteindelijk worden al deze plannen, regels en verordeningen ondergebracht in één integraal Omgevingsplan (Omgevingsplan 2.0). Bij de inwerkingtreding van de wet is er dus sprake van een Omgevingsplan van rechtswege met: - De huidige bestemmingsplannen, gedigitaliseerd volgens de geldende standaarden.
- Eén verordening fysieke leefomgeving, voor zover in de gemeente van kracht, die alle huidige verordeningen voor de fysieke leefomgeving vervangt (inclusief opschoning/ harmonisatie hiervan).
- Zogenaamde ‘bouwstenen’ om zo de optimale opzet te vinden voor een grondgebied dekkend Omgevingsplan.
Deze (deel)resultaten vormen de opmaat voor de volgende fasen (2023-2026) waarin we willen komen tot één Omgevingsplan 2.0 dat het hele grondgebied van Leidschendam-Voorburg afdekt. We geven invulling aan het Omgevingsplan door het grondgebied op te delen in meerdere gebieden. In deze deelplannen is een doorvertaling van de Omgevingsvisie van groot belang. We verwachten het Omgevingsplan 2.0 in 2026 te kunnen vaststellen, ruim voor de wettelijk verplichte vaststellingsdatum (31-12-2029). Dit deelproject heeft een tweeledig doel. Ten eerste werken we tot en met de invoering van de Omgevingswet aan een soepele invoering van het Omgevingsplan. Het operationele doel is om voor deze datum zoveel mogelijk bouwstenen gereed te hebben voor een Omgevingsplan en alle huidige bestemmingsplannen gedigitaliseerd zijn volgens standaarden en samengevoegd in totaal twee bestemmingsplannen (het Omgevingsplan 1.0). Hierna werken we toe naar een actueel gebiedsdekkend Omgevingsplan 2.0, waarin een evenwichtige toedeling van functies aan locaties plaats vindt (2024-2026). Voor het Omgevingsplan 1.0 gaan we werken aan de volgende concrete resultaten: - Verordening Fysieke Leefomgeving.
- Bestemmingsplannen harmoniseren.
- Casco voor het Omgevingsplan en annoteren.
- Herijking bevoegdheidsverdeling college en gemeenteraad.
- Participatie Omgevingsplan en omgevingsvergunningen.
- Ruimtelijke projecten; overgang van bestemmingsplan naar omgevingsplan.
- Beleidscyclus; mogelijke gebiedsgerichte opgaven/nieuw thematisch beleid.
- Instructieregels verwerken.
- Rijksregels over bouwen en indieningsvereisten die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat bouwen).
- Rijksregels over milieu die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat milieu).
- Verordening gemeentelijke adviescommissie.
Het resultaat van de 11 deelprojecten is, naast de deelresultaten zelf, zoals besluitvorming, een Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1.0 dat voor de organisatie een naslagwerk/handboek vormt voor het werken onder de Omgevingswet met het Omgevingsplan 1.0. Met de oplevering van de Nota van Uitgangspunten Omgevingsplan 1.0 wordt dit project in 2023 afgerond. Het vervolgproject is het Omgevingsplan 2.0. Het Omgevingsplan 2.0 is een meer concrete uitwerking van de vast te stellen Omgevingsvisie in één gebiedsdekkende, juridisch bindende regel. Daarbij kunnen regels en vergunningsplichten worden opgenomen voor activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Daarbij gebruiken we ter inspiratie de staalkaarten die door de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn aangeboden. Staalkaarten geven inzicht in de nieuwe mogelijkheden die de systematiek van de Omgevingswet biedt. Denk aan mogelijkheden voor het verbeteren, beschermen en benutten van de gemeentelijke leefomgeving. Pijler Dienstverlening en vergunningverlening Vergunningsproces Met de eerdere opbrengsten uit het project Integraal Ruimtelijk Proces Leefomgeving (IRPL) en de ruimtelijke procesatlas, hebben we het proces omgevingsvergunning met alle procesdeelnemende collega’s aan een uitgebreide check onderworpen. Daarbij zijn we aan de hand van processchema’s nagegaan in hoeverre het beoogde proces aansluit op de minimale vereisten van de Omgevingswet, ketenafspraken, termijnen, het Digitale Stelsel (DSO), de inrichting van Centric Leefomgeving (CLO, workflow-software) en onderlinge werkwijzen. Hieruit zijn een aangepast processchema, aanvullende werkafspraken en acties voortgekomen. De laatste aanpassingen worden momenteel doorgevoerd; in Q2 2023 wordt gestart met de borging naar de lijn. DSO Het digitaal stelsel Omgevingswet is een landelijke digitale voorziening. Hierin wordt informatie overde fysieke leefomgeving beschikbaar gesteld, elektronisch verkeer gefaciliteerd en de dienstverlening bevorderd. Omdat op landelijk niveau meer tijd nodig was om weeffouten in het DSO te verhelpen, is de inwerkingtreding van de Omgevingswet meerdere malen uitgesteld. Inmiddels zijn de voornaamste problemen met het DSO dusdanig opgelost, dat de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met 1 januari 2024 als invoeringsdatum. Hoewel het risico op een onvolledig werkend DSO kleiner is geworden, houden we als gemeente nog wel rekening met onvolkomenheden die onze dienstverlening kunnen raken vanaf inwerkingtreding. Met voldoende personele bezetting als 'verhoogde dijkbewaking', anticiperen we hierop. CLO In Q1 en Q2 gaan medewerkers oefenen met CLO. Per 1 juni 2023 stapt de organisatie volledig over naar dit systeem. Vanaf dan zullen initiatieven en aanvragen omgevingsvergunning met CLO worden behandeld. Dit voorjaar 2023 volgen de medewerkers oefensessies om kennis te maken met CLO. Later volgen nog sessies over de werkprocessen. Dit zodat de medewerkers voorbereid zijn op het werken onder de Omgevingswet per 1 januari 2024. Klantreis Voor de langere termijn zijn we bezig om de gehele dienstverlening voor initiatiefnemers, van hun eerste idee tot aan de verleende omgevingsvergunning, in samenhang toe te spitsen op de idee van de Omgevingswet. Hiervoor is in 2023 een Klantreis ontwikkeld, waarin duidelijk wordt welke route een initiatiefnemer bewandelt en welke organisatieonderdelen en rollen per fase betrokken zijn. De Klantreis is een narratief over de dienstverlening, zowel voor initiatiefnemers als medewerkers die er onderdeel van uitmaken. Bovendien vormt de Klantreis het uitgangspunt voor de benodigde organisatieveranderingen. Daarom willen we volop oefenen om de Klantreis in de vingers te krijgen; met zowel medewerkers vanuit de organisatie, als burgers vanuit hun rol als initiatiefnemer. Intaketafel, initiatieventafel, Ruimtetafel Onder de Klantreis wordt gewerkt aan het inrichten van de Initiatieventafel en Ruimtetafel. Daaraan worden respectievelijk lichte initiatieven en grote complexe initiatieven behandeld. Tegelijkertijd wordt een Intaketafel ingericht, waaraan de wenselijkheid van een initiatief vroegtijdig wordt getoetst, alvorens het naar de Initiatieventafel of Ruimtetafel gaat. Dit interne werkproces wordt momenteel verder vormgegeven. Kennismanagement en Toepasbare Regels Om initiatiefnemers bij het vormgeven van hun plan meer en eerder inhoudelijke informatie te kunnen geven, zet het klantcontactcentrum (KCC) in op kennismanagement. Vanuit de eerste- en tweedelijns dienstverlening kunnen initiatiefnemers in hun informatiebehoefte worden voorzien, wat ten goede komt aan de algehele Klantreis. Daarnaast zijn er, voor de dienstverlening aan de voorkant, ook grote stappen gezet rondom de Toepasbare Regels. Dat zijn overzichtelijke vragenbomen, opgesteld vanuit de huidige regelgeving, die een initiatiefnemer in het digitale stelsel Omgevingswet (DSO) kan doorlopen. Tegelijkertijd is er nog meer verbetering mogelijk, wat onder meer afhangt van de beleidsontwikkeling die plaatsvindt rondom de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Ketensamenwerking In de regio Haaglanden is in januari 2023 een 1.0-versie voor de ketenprocessen gepresenteerd, de processen van initiatieven, omgevingsvergunningen en toezicht en handhaving. De afspraken over uitwisselmomenten en termijnen van orde lijken goed aan te sluiten op de werkprocessen van Leidschendam-Voorburg, en andersom. In 2023 zullen de partners in Regio Haaglanden oefenen met de processen. Wet Kwaliteitsborging (Wkb) Gelijktijdig met de Omgevingswet zal de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) in werking treden. Private kwaliteitsborgers zullen onder dit stelsel de technische bouwplantoetsing en constructietoets voor gevolgklasse 1 (een categorie kleine bouwwerken) verzorgen in plaats van de gemeente. De gemeente blijft echter wel bevoegd gezag. In 2022 zijn pilots gedraaid met het bedrijfsleven, werkafspraken gemaakt en processen uitgewerkt. In 2023 zullen de resultaten hiervan worden ingebed in de organisatie. Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving Veranderingen daarin zijn afhankelijk van het omgevingsplan dat nog ontwikkeld moet worden. De Omgevingswet heeft op uiteenlopende wijzen consequenties voor toezicht en handhaving. Zo is er vaker sprake van algemene regels en zorgplichten. Zorgplichten kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Een overtreding van een gedoogplicht is onder de Omgevingswet strafbaar te stellen. De mogelijkheden voor de bestuurlijke boete zijn uitgebreid. Tenslotte kunnen bevoegdheden worden overgedragen aan een ander bestuursorgaan. Deze veranderingen zullen deels effect hebben vanaf datum van inwerkingtreding als gevolg van de wet, AMVB's en Regeling – en deels in de jaren daarna door nieuwe (typen van) regels in de omgevingsverordening en het omgevingsplan. Dit vraagt integrale aanpassingen van organisatie, processen en systemen, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen. Hiermee zal geoefend worden in het kader van de 1.0-versie ketenafspraken Omgevingswet van de Regio Haaglanden. De aansluiting van deze pijler bij de implementatie is verder afhankelijk van de richting en de regels in Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Omdat beide nog volop in ontwikkeling zijn, komt de concrete invulling van deze pijler gedurende de beleidsontwikkeling. Op basis daarvan kan het toezicht en handhavingsbeleid beter en anders worden georganiseerd, zodat dit beter past bij de geest van de Omgevingswet. Daarnaast is zijn de gevolgen van de Wkb voor de afdeling VTH belangrijk en vertonen een samenhang met de Omgevingswet. Onzeker is nog of de kwaliteitsborgers in de prakijk laten zien daadwerkelijk de kwaliteit van bouwconstructies voldoende te kunnen borgen. Mogelijk vraagt deze onzekerheid (tijdelijk) meer inzet van personeel van de gemeente dan op papier de bedoeling van de wet is. Pijler Stadsbeheer Een aantal taken van Stadsbeheer draagt bij aan het werken conform de idee van de Omgevingswet. Te denken valt aan een heldere strategie voor het beheer van de gemeentelijke assets, het op orde hebben van alle data over deze assets en een integrale benadering voor duurzame instandhouding en herontwikkeling/vernieuwing. De afdeling anticipeert hierop door de medewerkers op te leiden in deze nieuwe manieren van denken en werken. Daarnaast draagt Stadsbeheer bij aan de doorontwikkelingen op andere pijlers, zoals input geven over de openbare ruimte bij in de beleidsontwikkeling (Omgevingsvisie en Omgevingsplan), adviseren over initiatieven (vergunningverlening en dienstverlening) en invulling geven aan participatie (Anders Werken). Pijler Anders werken De lopende ontwikkelingen omtrent Anders werken in de organisatie dragen bij aan het het benodigde gedrag voor de Omgevingswet. Het is belangrijk om de verbinding tussen de organisatieontwikkeling en de omgevingswet vaker en explicieter te leggen. De gemeente heeft medewerkers veel aangeboden op het gebied van leren en ontwikkelen ter voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet. Een uitdaging voor het vervolgproces is om het eigenaarschap voor anders werken meer bij de medewerkers en de organisatie zelf te leggen. Om de stap te zetten van overdracht naar implementatie is het van belang te kijken naar de huidige organisatiestructuur, daar zullen de nieuwe processen in moeten passen. Doordat de omgevingswet daadwerkelijk andere taken van de overheid verwacht, zal dat gevolgen hebben voor de manier waarop we gewend zijn te werken, de taken en verantwoordelijkheden die we hebben, maar ook de kwaliteiten die we van medewerkers verwachten. Daarnaast moeten we mee in de tijd en valt of staat de nieuwe manier van werken met een goede moderne en veilige digitale ondersteuning. De onderwerpen die we in deze pijler concreet gaan vormgeven zijn de volgende: - Project Kostendekkend werken onder de Omgevingswet (zoals leges, nadeelcompensatieregeling, werkwijze structurele effecten omgevingswet, mandaatregelingen en kostenverhaal bijvoorbeeld).
- Taken en verantwoordelijkheden/functies en rollen.
- Participatie voor initiatiefnemers (zie onder communicatie en participatie).
- Processen en werkwijze.
- Cultuur en kennis.
|