Pijler Omgevingsvisie Vanwege de omvang van het project omgevingsvisie wordt elders in het projectenboek over deze deelactiviteit gerapporteerd. Pijler Omgevingsplan Omgevingsplan 1.0 Medio 2018 had de gemeente ongeveer 100 verschillende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en andere ruimtelijke plannen, vastgesteld in de periode tussen 1971 en 2017. Inmiddels zijn deze plannen samengevoegd tot een tweetal bestemmingsplannen. Stedelijk (vastgesteld februari 2022) en Landelijk (vast te stellen in 2023). Deze plannen maken bij de invoering van de nieuwe wet onderdeel uit van het Omgevingsplan van rechtswege (vanaf nu Omgevingsplan 1.0). Daarnaast beschikt de gemeente nog over een aantal aparte, ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen. Ook deze vormen straks het Omgevingsplan 1.0. Uiteindelijk worden al deze plannen, regels en verordeningen ondergebracht in één integraal Omgevingsplan (Omgevingsplan 2.0). Bij de inwerkingtreding van de wet is er dus sprake van een Omgevingsplan van rechtswege met: - De huidige bestemmingsplannen, gedigitaliseerd volgens de geldende standaarden.
- Eén verordening fysieke leefomgeving, voor zover in de gemeente van kracht, die alle huidige verordeningen voor de fysieke leefomgeving vervangt (inclusief opschoning/ harmonisatie hiervan).
- Zogenaamde ‘bouwstenen’ om zo de optimale opzet te vinden voor een grondgebied dekkend Omgevingsplan.
Deze (deel)resultaten vormen de opmaat voor de volgende fasen (2023-2026) waarin we willen komen tot één Omgevingsplan 2.0 dat het hele grondgebied van Leidschendam-Voorburg afdekt. We geven invulling aan het Omgevingsplan door het grondgebied op te delen in meerdere gebieden. In deze deelplannen is een doorvertaling van de Omgevingsvisie van groot belang. We verwachten het Omgevingsplan 2.0 in 2026 te kunnen vaststellen, ruim voor de wettelijk verplichte vaststellingsdatum (31-12-2029). Dit deelproject heeft een tweeledig doel. Ten eerste werken we tot en met de invoering van de Omgevingswet aan een soepele invoering van het Omgevingsplan. Het operationele doel is om voor deze datum zoveel mogelijk bouwstenen gereed te hebben voor een Omgevingsplan en alle huidige bestemmingsplannen gedigitaliseerd zijn volgens standaarden en samengevoegd in totaal twee bestemmingsplannen (het Omgevingsplan 1.0). Hierna werken we toe naar een actueel gebiedsdekkend Omgevingsplan 2.0, waarin een evenwichtige toedeling van functies aan locaties plaats vindt (2024-2026). Voor het Omgevingsplan 1.0 zijn tot nu toe in 2023 de volgende concrete resultaten gerealiseerd: 1. Verordening Fysieke Leefomgeving. 2. Verordening gemeentelijke adviescommissie. 3. Basis voor casco voor het Omgevingsplan en annoteren 4. Ruimtelijke projecten; overgang van bestemmingsplan naar omgevingsplan. 5. Rijksregels over bouwen en indieningsvereisten die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat bouwen). De volgende concrete resultaten voor het Omgevingsplan 1.0 staan voor het najaar van 2023 gepland: 6. Bestemmingsplannen harmoniseren. 7. Herijking bevoegdheidsverdeling college en gemeenteraad. 8. Participatie Omgevingsplan en omgevingsvergunningen. 9. Beleidscyclus; mogelijke gebiedsgerichte opgaven/nieuw thematisch beleid. 10. Instructieregels verwerken. 11. Rijksregels over milieu die in het Omgevingsplan worden opgenomen (Bruidsschat milieu). Het vervolgproject is het Omgevingsplan 2.0. Het Omgevingsplan 2.0 is een meer concrete uitwerking van de vast te stellen Omgevingsvisie in één gebiedsdekkende, juridisch bindende regel. Daarbij kunnen regels en vergunningsplichten worden opgenomen voor activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Daarbij gebruiken we ter inspiratie de staalkaarten die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn aangeboden. Staalkaarten geven inzicht in de nieuwe mogelijkheden die de systematiek van de Omgevingswet biedt. Denk aan mogelijkheden voor het verbeteren, beschermen en benutten van de gemeentelijke leefomgeving. Activiteiten die onder het project Omgevingsplan 2.0 verder gaan in 2024: 12. Beleidscyclus inrichten voor samenhang Omgevingsvisie en Omgevingsplan 13. Casco voor het Omgevingsplan verder vullen en annoteren 14. Nota Omgevingskwaliteit 15. Toepasbare regels Toepasbare Regels Voor de dienstverlening aan de voorkant zijn eerder al stappen gezet rondom de Toepasbare Regels. Dat zijn overzichtelijke vragenbomen, opgesteld vanuit de huidige regelgeving, die een initiatiefnemer in het digitale stelsel Omgevingswet (DSO) kan doorlopen. In het najaar worden, voor zover al kan, toepasbare regels vervaardigd met betrekking tot milieuregelgeving. Het doel is om minimaal het huidige dienstverleningsniveau vanaf inwerkingtreding Omgevingswet, te behouden. Tegelijkertijd is er nog meer verbetering mogelijk, wat onder meer afhangt van de beleidsontwikkeling die plaatsvindt rondom de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. De ontwikkeling van toepasbare regels gaat in 2024 verder onder het project Omgevingsplan 2.0. Pijler Dienstverlening en vergunningverlening Vergunningsproces Eerder is een processchema voor het proces omgevingsvergunning opgesteld dat aansluit op op de minimale vereisten van de Omgevingswet, ketenafspraken, termijnen, het Digitale Stelsel (DSO), de inrichting van Centric Leefomgeving (CLO, workflow-software) en onderlinge werkwijzen. Inmiddels is gestart met de borging naar de lijnorganisatie. In het najaar van 2023 oefenen interne procesdeelnemers met het veranderde proces. Verder worden in het najaar de brieven, die worden gebruikt in correspondentie met aanvragers, aangepast conform de vereisten van de Omgevingswet en B1-communicatieniveau. De brieven krijgen een plek in het workflowsysteem CLO (zie hieronder). DSO Het digitaal stelsel Omgevingswet is een landelijke digitale voorziening. Hierin wordt informatie over de fysieke leefomgeving beschikbaar gesteld, elektronisch verkeer gefaciliteerd en de dienstverlening bevorderd. Omdat op landelijk niveau meer tijd nodig was om weeffouten in het DSO te verhelpen, is de inwerkingtreding van de Omgevingswet meerdere malen uitgesteld. Inmiddels zijn de voornaamste problemen met het DSO dusdanig opgelost, dat de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met 1 januari 2024 als invoeringsdatum. Hoewel het risico op een onvolledig werkend DSO kleiner is geworden, houden we als gemeente nog wel rekening met onvolkomenheden die onze dienstverlening kunnen raken vanaf inwerkingtreding. Met voldoende personele bezetting als 'verhoogde dijkbewaking', anticiperen we hierop. CLO Op 17 augustus 2023 is de organisatie overgegaan op een nieuw workflowsysteem voor vergunningen en meldingen, genaamd Centric Leefomgeving (CLO). Sindsdien worden nieuwe initiatieven en aanvragen omgevingsvergunning met CLO behandeld. In het voorjaar hebben gebruikers al met het systeem geoefend. In het najaar werken ICT-medewerkers in samenwerking met de gebruikers om het systeem te verbeteren op gebruikerservaring. Daarnaast volgen nog sessies waarin gebruikers leren hoe het vergunningsproces onder de Omgevingswet doorlopen moet worden in CLO. Klantreis Voor de langere termijn zijn we bezig om de gehele dienstverlening voor initiatiefnemers, van hun eerste idee tot aan de verleende omgevingsvergunning, in samenhang toe te spitsen op de idee van de Omgevingswet. Hiervoor is in 2023 een Klantreis ontwikkeld, waarin duidelijk wordt welke route een initiatiefnemer bewandelt en welke organisatieonderdelen en rollen per fase betrokken zijn. De Klantreis is een narratief over de dienstverlening, zowel voor initiatiefnemers als medewerkers die er onderdeel van uitmaken. Bovendien vormt de Klantreis het uitgangspunt voor de benodigde organisatieveranderingen. Intaketafel, initiatieventafel, Ruimtetafel Onder de Klantreis wordt gewerkt aan het inrichten van de Initiatieventafel en Ruimtetafel. Daaraan worden respectievelijk lichte initiatieven en grote complexe initiatieven behandeld. Tegelijkertijd wordt een Intaketafel ingericht, waaraan de wenselijkheid van een initiatief vroegtijdig wordt getoetst, alvorens het naar de Initiatieventafel of Ruimtetafel gaat. Deze tafels moeten bijdragen aan de dienstverlening richting initiatiefnemers en het behalen van de ingekorte behandeltermijnen onder de Omgevingswet. Het vormgeven van dit interne werkproces loopt nog. Kennismanagement Om initiatiefnemers bij het vormgeven van hun plan meer en eerder inhoudelijke informatie te kunnen geven, zet het klantcontactcentrum (KCC) in op kennismanagement. Vanuit de eerste- en tweedelijns dienstverlening kunnen initiatiefnemers in hun informatiebehoefte worden voorzien, wat ten goede komt aan de algehele Klantreis. KCC blijft kennismanagement verder ontwikkelingen in het najaar en in 2024. Wet Kwaliteitsborging (Wkb) Gelijktijdig met de Omgevingswet zal de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) in werking treden. Private kwaliteitsborgers zullen onder dit stelsel de technische bouwplantoetsing en constructietoets voor gevolgklasse 1 (een categorie kleine bouwwerken) verzorgen in plaats van de gemeente. De gemeente blijft echter wel bevoegd gezag. Op 11 september 2023 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Eerste Kamer aangegeven de invoering van de kwaliteitsborging bij verbouwactiviteiten met 6 maanden op te schorten. Dit betekent dat de gemeente tot de datum van 1 juli 2024 vergunningplichtige verbouwactiviteiten in behandeling blijft nemen. Voor nieuwbouwactiviteiten gaat de nieuwe werkwijze ‘gewoon’ per 1 januari 2024 in. De financiële gevolgen van de opschorting van inwerkingtreding van de Wkb voor verbouwactiviteiten brengt de organisatie momenteel in kaart. In 2022 heeft de gemeente pilots gedraaid met het bedrijfsleven, werkafspraken gemaakt en processen uitgewerkt. De resultaten van het project zijn ingebed in de organisatie. Nadeelcompensatie De Verordening nadeelcompensatie Leidschendam-Voorburg 2023 is op 6 december 2022 vastgesteld door de gemeenteraad. Om volgens de verordening te kunnen werken, zijn een nieuw online aanmeldformulier en een werkproces nodig. In het najaar wordt hier invulling aan gegeven. Pijler Veiligheid, Toezicht en Handhaving De Omgevingswet heeft op uiteenlopende wijzen consequenties voor toezicht en handhaving. Zo is er vaker sprake van algemene regels en zorgplichten. Dit vraagt integrale aanpassingen van organisatie, processen en systemen, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen. Hierover worden uitgangspunten voor ketensamenwerking opgesteld in de Regio Haaglanden. De aansluiting van deze pijler bij de implementatie is verder afhankelijk van de richting en de regels in Omgevingsvisie en Omgevingsplan. Omdat beide nog volop in ontwikkeling zijn, komt de concrete invulling van deze pijler gedurende de beleidsontwikkeling. Daarnaast zijn de gevolgen van de Wkb voor de afdeling VTH belangrijk en vertonen een samenhang met de Omgevingswet. Onzeker is nog of de kwaliteitsborgers in de praktijk laten zien daadwerkelijk de kwaliteit van bouwconstructies voldoende te kunnen borgen. Mogelijk vraagt deze onzekerheid (tijdelijk) meer inzet van personeel van de gemeente dan op papier de bedoeling van de wet is. Hiermee is rekening gehouden in de begroting 2024. Pijler Stadsbeheer Een aantal taken van Stadsbeheer draagt bij aan het werken conform de idee van de Omgevingswet. Te denken valt aan een heldere strategie voor het beheer van de gemeentelijke assets, het op orde hebben van alle data over deze assets en een integrale benadering voor duurzame instandhouding en herontwikkeling/vernieuwing. De afdeling anticipeert hierop door de medewerkers op te leiden in deze nieuwe manieren van denken en werken. Daarnaast draagt Stadsbeheer bij aan de doorontwikkelingen op andere pijlers, zoals input geven over de openbare ruimte bij in de beleidsontwikkeling (Omgevingsvisie en Omgevingsplan), adviseren over initiatieven (vergunningverlening en dienstverlening) en invulling geven aan participatie (Anders Werken). Pijler Anders werken De lopende ontwikkelingen omtrent Anders werken in de organisatie dragen bij aan het ontwikkelen van integraal denken en een zogenoemde ‘ja, mits’-houding onder de Omgevingswet. Medewerkers krijgen vanuit hun afdelingen de mogelijkheid zich op dit gebied te ontwikkelen. Een vervolgproces is om het eigenaarschap voor anders werken meer bij de medewerkers en de organisatie zelf te leggen. Daarnaast is volop aandacht voor de wijze waarop participatie door initiatiefnemers gestimuleerd alsmede gewogen kan worden door de gemeente. Met de participatieleidraad, die het college in 2022 heeft vastgesteld, wordt momenteel in samenwerking met initiatiefnemers geoefend. Verder vinden activiteiten plaats om het zogeheten kostendekkend werken onder de Omgevingswet mogelijk te maken. Het betreft inspanningen voor de leges, nadeelcompensatieregeling, werkwijze structurele effecten omgevingswet, mandaatregelingen en kostenverhaal (m.b.t. grondbeleid). Overig Ketensamenwerking In de regio Haaglanden is in januari 2023 een ambtelijke 1.0-versie voor de ketenprocessen gepresenteerd, voor de processen van initiatieven, omgevingsvergunningen en toezicht en handhaving. De afspraken over uitwisselmomenten en termijnen van orde lijken goed aan te sluiten op de werkprocessen van Leidschendam-Voorburg, en andersom. In Regio Haaglanden wordt momenteel gewerkt aan een verbeterde versie. Bovendien worden voorbereidingen getroffen om de afspraken een regionale status te geven. |